18 DECEMBER 1980 2637 Dun heb ik op dit punt wel enig overleg gepleegd: wij proberen op het gebied van spelen in de woon omgeving een goed programma te brengen, met een financiële onderbouwing, en we hebben afgesproken in dat kader na te gaan of we iets in de richting van het Frans Heylaertsplein kunnen doen. Als dat lukt, hoort de raad het en als het niet lukt, zul len we het ook laten weten. Het lijkt mij echter niet in overeenstemming met de beleidslijnen om bij voorrang een met de natte vinger geprikt be drag van 60.000,te reserveren. Bovendien vind ik dat op deze manier een uitgangspunt waaraan de commissie en ik nogal hechten, zou worden door kruist, namelijk dat de invulling van het budget egalisatiefonds in overleg met de commissie moet geschieden. Het is de bedoeling dat alle vragen die er op verschillende terreinen liggen, worden besproken en dat we proberen vanuit de verschil lende prioriteiten in alle delen van de stad en niet vanuit een toevallige actuele kwestie tot een bestedingsplan te komen. In verband daarmee zou ik de raad willen vragen niet dwars door alle andere problemen heen een keus te doen. Het is be ter om alles goed op een rij te zetten, de argu menten te wegen en op die manier tot een invulling te komen, zoals we dat trouwens ook in het verle den gezamenlijk hebben getracht te doen. Hetzelfde geldt min of meer voor de kwestie- Molenley. Ook daarover pleeg ik overleg met de functies die er tot nu toe bij betrokken zijn ge weest. Op het ogenblik dat het initiatief begon, zijn er mijns inziens heel goede afspraken met de initiatiefnemers gemaakt. De gemeente zou grond om niet ter beschikking stellen, wat ook twee jaar lang is gebeurd, hetgeen a 12.000,per jaar in feite gekapitaliseerd neerkomt op een gemeentelij ke bijdrage van 25.000,Wij hebben te kennen gegeven dat we met subsidiëren niet verder kunnen gaan en het lijkt mij niet goed tegen de afspraken in uit te spreken dat er toch 10.000,op tafel moet komen. Een dergelijke uitspraak moet je niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2637