18 DECEMBER 1980
2645
verteld waarop ik graag in het kort even zou wil
len terugkomen. Het basisonderwijs zal met groei
ende problemen te maken krijgen. Het voortbestaan
van veel scholen staat op het spel, en daarmee zijn
ook de arbeidsplaatsen van tal van onderwijzers in
het geding. Het aantal kinderen, afkomstig uit
niet-Nederlandse cultuursferen, zal tot een kwart
oplopen. Daar komt dan nog bij dat deze ontwikke
lingen zich in een tijd van geldgebrek voordoen.
De laatste opmerking van mijn fractievoorzitter
hield in dat de komende jaren alles zal worden ge
vraagd van de spankracht van degenen die aan het
beleid inzake het basisonderwijs vorm moeten geven,
ook ons eigen stadsbestuur.
Tegen deze achtergrond is het goed het beleid
kritisch te volgen, te luisteren wat men in het
veld te vertellen heeft, en ervoor te zorgen dat
het welzijn van onze kinderen bij een belangrijke
start in hun leven niet wordt aangetast. Het wel
zijn van onze kinderen moet bij ons hoog in het
vaandel geschreven staan. Ik geloof dat een groot
aantal scholen goed functioneert. Toch is er een
brandbrief gekomen van een veertiental basis- en
een twaalftal kleuterscholen die er niet om liegt.
Voor de briefschrijvers is komen vast te staan dat
door allerlei maatschappelijke factoren het func
tioneren van de betrokken scholen steeds moeilijker
wordt en volgens sommigen zelfs praktisch onmoge
lijk.
In de brandbrief wordt een opsomming van knel
punten gegeven die ons eigenlijk een beetje ang
stig zou moeten maken. We komen er niet onderuit:
er is een tendens van zorg en misschien wel van
angst ten aanzien van een stukje belangrijk welzijn
van onze kinderen. Het kwam bij mij dan ook een
beetje vreemd over dat u, mijnheer de voorzitter,
in de laatste raadsvergadering vóór deze begrotings
behandeling de mededeling deed dat het voorstel
van burgemeester en wethouders tot besteding van
de in de begrotingen 1980 en 1981 opgenomen geiden
voor extra voorzieningen ten behoeve van het