18 DECEMBER 1980 2653 De heer SCHURING: Maar u had het dus eigen lijk liever anders.' Wethouder BROOIMANSInderdaad De heer GIELEN: U had dit in competitie kun nen brengen met bijvoorbeeld het schoolzwemmen voor de vijfde klas. De VOORZITTER: Dat had gekund, maar u hebt het oordeel van de heer Brooimans gehoord. Wethouder BROOIMANS: Op dat laatste punt zou ik willen ingaan. Het schoolzwemmen noemen wij in de sector onderwijs een randvoorziening. Wanneer je besluit minder kinderen te laten schoolzwemmen, ben je bezig met een bezuiniging. De kosten be staan niet alleen uit de entreegelden van zwemba den, maar ook uit de post vervoer, die altijd nog een respectabele omvang heeft. De hier voorgestel de dekking zou echter op een verschuiving van de problematiek neerkomen. De heer Welschen zou een dergelijke gang van zaken namelijk alles behalve prettig vinden: hij zou elders geld moeten vinden omdat de exploitatie van de zwembaden op de tocht zou komen te staan De heer SCHURING: Maar het maakt onderwijs kundig natuurlijk een groot verschil of je geen schoolboekjes en behoorlijke hulpmiddelen kunt aanschaffen, of dat je bijvoorbeeld op dat vervoer moet bezuinigen. Bovendien vormen de kosten van het schoolzwemmen geen eigenlijke onderwijspost. Wethouder BROOIMANS: Dat ben ik met u eens, maar daarover zal toch op zijn minst overleg in het college moeten worden gepleegd en dat is tot nu toe niet gebeurd. Mevrouw SAELMAN-BOELENAls deze motie door het college niet prettig wordt ontvangen, hoe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2653