18 DECEMBER 1980
2669
De VOORZITTER: Mevrouw Saelman heeft een ver
klaring gegeven en tegelijkertijd een reactie op
de opmerkingen van de heer Welschen. De heer Eis-
sens wenst een stemverklaring af te leggen.
De heer EISSENS: Ik weet niet of het een
stemverklaring is; ik ben niet zo goed in die re
gels
Dat de heer Welschen het onderwerp bespreek
baar maakt, is heel aardig, maar ik zou hem graag
de "boodschap" meegeven dat hij de besprekingen
zou moeten voeren in de geest van wat onze fractie
heeft bedoeld. Wij hebben gedoeld op de mogelijk
heid dat ook niet aan vakbonden gebonden medewer
kers passief kiesrecht krijgen. Je kunt wel van
alles gaan bespreken, maar als de besprekingen
niet in die geest worden gevoerd, kan de vraag
worden gesteld, wat dan de bedoeling is. Misschien
kan de heer Welschen dat nog even toelichten.
De VOORZITTER: Dat is uw stemverklaring en uw
vraag om een nadere toelichting.
De heer TEN WOLDE: Het is volstrekt duidelijk
dat wij het met de inhoud van de motie eens zijn.
Inderdaad zouden ook niet-vakbondsleden passief
kiesrecht moeten hebben. Aan de andere kant hech
ten wij er veel waarde aan dat de procedure waar
over met de vakbonden afspraken zijn gemaakt, over
eind blijft. In verband daarmee kunnen wij het
college op dit ogenblik deze harde opdracht niet
meegeven; deze zou immers de onderhandelingen zin
loos maken. Derhalve zijn wij tegen de motie.
De heer CRUL: Ik wil aansluiten bij wat de
heer Ten Wolde heeft gezegd, Het klimaat bij het
overleg is de bepalende factor op grond waarvan
wij niet met de motie kunnen meegaan. De inhoud
van de motie is daarbij niet zo zeer in het ge
ding. Ook landelijk is deze kwestie in discussie:
de regels die in de motie zijn verwoord, zullen