2670 18 DECEMBER 1980 landelijk worden opgelegd. Op grond daarvan zijn wij op dit ogenblik niet vóór de motie. De heer GARRITSEN: Het is naar mijn mening een vrij principieel uitgangspunt dat iedereen passief kiesrecht moet hebben. In verband daarmee steun ik de motie. Wethouder WELSCHEN: Aan het adres van de heer Eissens de volgende toelichting. De kwestie is in derdaad uitdrukkelijk in discussie. Wij beschouwen dit punt als een onderdeel van het totale onder handelingspakket en ik denk dat het in die zin moet worden beoordeeld. In die zin komt het ook in april opnieuw aan de orde. Mevrouw SAELMAN-BOELENAls de heer Welschen zegt dat het punt in die zin in behandeling komt, wordt de motie dan door het college overgenomen? De VOORZITTER: Nee, nee. Mevrouw SAELMAN-BOELENHet is "in deze zin" of het is niet "in deze zin". Als het "in deze zin" is, kan het college dus de motie overnemen. Wethouder WELSCHEN: Wij zijn werkgever en wij praten met onze werknemers, in feite zowel met de georganiseerde als met de niet-georganiseerdeDe belangen die daarbij aan de orde zijn, moeten ge zamenlijk worden bekeken. Daarbij ontstaat een to tale onderhandelingssituatie en ik denk dat je nu niet ten aanzien van één onderdeel al een uitspraak moet doen. Je moet de totale onderhandelingen normaal afwerken. Motie nr. 4 wordt hierna in stemming gebracht en met 35 tegen 3 stemmen verworpen. TEGEN hebben gestemd: de heer Paquaijme vrouw Stutterheim-Edeling, de heren Welschen, Oomen, Gielen, Goos, Van Dun, Peeters,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2670