7 FEBRUARI 1980 266 zinvolle vrijetijdsbesteding zien wij voor ons? de politieke verhoudingen: landelijk en plaatselijk; hoe ontwikkelt de democratie zich in deze verhoudingen? hoe gaan wij om met onze gasten: de bevolkingsgroepen met andere culturele achtergronden waaronder de buitenlandse werk nemers? De begroting en de begrotingsbehandeling zijn een afspiegeling van ons politieke werk. Wat straalt hier nu naar buiten van af, kun je je afvragen. De politieke waardering intern ligt anders dan die van de burgerij, waarschijnlijk door de grote af stand tussen bevolking en de politieke besluitvor mers. De burgers zullen naar ons idee tot de vol gende waarderingen komen: ambtenaren: goed. Dit is dan gebaseerd op de getoonde inzet en hun invloed op het beleid. de burgemeester: goed tot zeer goed. Het is herkenbaar voor de burgerij door de goede vervulling van zijn representatieve taak. de wethouders: bijna voldoende. Te weinig vormen zij een team en te weinig schakelen zij de burgerij in bij beslissin gen. De heer GARRITSEN: Blijft er wel eens ooit iemand zitten? De heer CRUL: Er zijn erbij die hun pensioen halen de raad: net niet voldoende. De totale bestuursfunctie wordt niet voldoen de kritisch ten uitvoer gebracht. Wij leggen dit in uw midden met alle relativiteit van dien. De Partij van de Arbeid vindt het nuttig dat wij ons afvragen hoe wij ons in de jaren tachtig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 266