18 DECEMBER 1980 2671 Veelenturf en Kammeraat, mevrouw Paulussen, de heren Van Banning, Brooimans, Eissens, Van Duijl, Van den Broek, Hendriksen, Taks, Suur- meijer en Schuring, mevrouw Den Ouden-Jansen de heren Römkens en Van den Wijngaard, me vrouw Van Rooij-van den Heuvel, de heren Ten Wolde, Neeb en Martens, mevrouw Elie-van Es, de heren Van Asseldonk, Sandberg en Crulme vrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Van de Steenoven, Van Dongen en Dreef. VOOR hebben gestemd: de heren De Brouwer en Garritsen en mevrouw Saelman-Boelen De heer GARRITSEN: Ik wil vragen of dit vol gens het reglement van orde mogelijk is. De motie is door een aantal leden ondertekend en die onder tekening wordt nu niet gestand gedaan. Ik meen dat er duidelijke afspraken over zijn gemaakt dat. De VOORZITTER: De motie is, voor verantwoor delijkheid van degenen die hebben gestemd, verwor pen met 35 tegen 3 stemmen. Aan de orde zou kunnen zijn motie nr. 6, als u tenminste voldoende kennis hebt kunnen nemen van de nieuwe tekst. De heer TEN WOLDE: Wij zouden daarvoor straks graag even willen schorsen. De VOORZITTER: Dan leggen we de motie terzij de, met alle graagte. Aan de orde is motie nr, 8, over het bijzon der onderzoek De heer EISSENS: Over deze motie wordt in on ze fractie nogal verdeeld gedacht. Ik denk dat het verstandig is tot stemming over te gaan. Wethouder PAULUSSEN: Het college is unaniem tegen deze motie en ontraadt de aanvaarding ervan, met name omdat er geen nieuwe ontwikkelingen zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2671