18 DECEMBER 1980 2675 de verdeling. Wethouder SANDBERG: Ik heb toegezegd dat ik de tekst van de motie zal agenderen voor de eerst volgende vergadering van de commissie economische zaken. Op grond van deze toezegging heb ik een dringend beroep op de indieners gedaan om de motie in te trekken. Als er uit de commissie een ander advies komt dan het vorige commissie-advies, name lijk dat er een wijziging wordt voorgesteld, dan ga ik daarmee terug naar het college en ook waar schijnlijk wel naar de raad. De heer EISSENS: Betekent dit dat u het on derwerp inderdaad in de commissie opnieuw in dis cussie wilt brengen? Wethouder SANDBERG: Er wordt kennelijk erg slecht geluisterd. Nogmaals: ik heb toegezegd de tekst van de motie voor de eerstvolgende vergade ring van de commissie economische zaken te zullen agenderen. Wanneer daaruit een advies voortkomt, inhoudend dat één of meer posten zouden moeten worden gewijzigd, ga ik terug naar het college en vervolgens naar de raad. De heer EISSENS: Nu bent u zeer duidelijk. Wij zijn bereid de motie terug te nemen. Ingetrokken zijnde maakt motie nr. 12 geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De VOORZITTER: Motie nr. 13, inzake de posi tie van de vrouw, heb ik zojuist al -- iets te snel aan de orde gesteld. Ik geloof dat het het beste is over de motie te stemmen. Motie nr. 13 wordt hierna in stemming ge bracht en met 36 tegen 2 stemmen aanvaard. VOOR hebben gestemd: de heer Paquaij, mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren Welschen, Oomen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2675