2686 18 DECEMBER 1980 Op grond van de gedane toezeggingen trekken wij motie nr. 22 in. Ingetrokken zijnde maakt motie nr. 22 geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De heer TEN WOLDE: Wij hebben er voldoende aan dat de wethouder alle registers zal opentrek ken om de beoogde voorziening bij "Sprint" te treffen. In die zin kan ik mij ten aanzien van motie nr. 23 aansluiten bij de woorden van de heer Crul. Ingetrokken zijnde maakt motie nr. 23 geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De VOORZITTER: Aan de orde is motie nr. 24, aangaande het bedrag per leerling. Eerder vana vond heb ik er al op gewezen dat deze motie het karakter van een amendement heeft, maar ik denk dat we daar verder maar niet over moeten stegge len. Wethouder BROOIMANS: Het lijkt mij goed een stemverklaring af te leggen. Hoewel ik als wethou der van onderwijs alle begrip voor de ingediende motie kan opbrengen, zal ik op grond van de argu menten die ik eerder vanavond al heb genoemd, mij stem aan de motie onthouden. De VOORZITTER: Dit is een persoonlijke stem verklaring van de heer Brooimans. Het standpunt van het college is overigens dat. Wethouder BROOIMANS: Het college heeft de zelfde mening. De VOORZITTER: Het college van burgemeester en wethouders is dus van mening dat deze motie niet moet worden aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2686