2692 18 DECEMBER 1980 Wethouder SANDBERG: De raad draagt kennis van mijn bezwaren tegen de oorspronkelijke motie. De motie is nu zodanig gewijzigd, dat er niets meer tegenin is te brengen. Aan de andere kant moeten we constateren dat een en ander volledig terug te vinden is in de toelichting op de begro ting die aan de leden van de commissie cultuur is toegezonden. Het college heeft het voornemen een stedelijk plan uit te brengen, niet alleen voor de begroting 1982, maar zelfs in de eerste helft van 1981 Ik heb dat al toegezegd en ik zou mij kunnen voorstellen dat in dezen een al eerder ge volgde methodiek wordt toegepast: mijns inziens kan deze toezegging voldoende vertrouwen geven en kan zij voor de indieners aanleiding zijn om de motie in te trekken. De heer CRUL: Wij hadden na de discussie in de raad de motie aangepast, omdat we verwachtten dat zij dan voor iedereen acceptabel zou zijn. Nu zegt het college toe dat de motie vanuit de nota van aanbieding -- in wezen zal worden uitge voerd. Wij vertrouwen erop dat deze toezegging eindelijk -- waar gemaakt zal worden en op grond daarvan nemen we de motie terug. Ingetrokken zijnde maakt de gewijzigde motie nr. 2 geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De VOORZITTER: Aan de orde is het gewijzigde exemplaar van motie nr. 6. Mevrouw SAELMAN-BOELENIk zou het college willen vragen hoe het de gevraagde extra aandacht in daden denkt om te zetten. Hoe zal dat ongeveer gaan? De heer TEN WOLDEWij hebben voldoende ver trouwen in de wethouder en derhalve vinden wij deze motie overbodig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2692