26 21 JANUARI 1980 mening over het M.A.I.C. Wij hebben een aantal ar gumenten kenbaar gemaakt op grond waarvan wij me nen dat het beter is de discussie hierover uit te stellen. Wij hebben gezegd dat weet iedereen, oök de heer Koertshuis dat wij het M.A.I.C. willen steunen. Onze fractie heeft nota bene bemid delingspogingen in de richting van de wethouder gedaan om de zaak uit het slop te halen, wij heb ben gezegd, dat wij ons constructief willen op stellen en wij hebben daarbij ook gezegd dat wij de voorwaarden waaronder en de financiële middelen welke daarvoor nodig zijn op de lange termijn wil len bekijken, met name bij de begrotingsbehande ling. Wat is er vervolgens gebeurd? De heer Koerts huis heeft niet in tweede instantie geprobeerd ons met zijn argumenten te overtuigen, maar hij heeft de zaak van het M.A.I.C. aangegrepen om een stuk frustratie, dat kennelijk niet alleen bij hem maar bij de hele fractie van de V.V.D. aanwezig is, kwijt te raken; de fractievoorzitter van de V.V.D. gaf namelijk te kennen dat hij de woorden van de heer Koertshuis ondersteunde. De heer Koertshuis maakte opmerkingen die niet alleen op dit onder werp betrekking hadden, onder meer "vertrouwen in het geding", "inactiviteit" en "het rijke roomse leven", in welk verband hij ook nog sprak van "een reeks van jaren". U zult zich kunnen voorstellen dat onze fractie hierover hevig in haar wiek is geschoten. De heer GARRITSEN: Ik meende dat u op uw pik was getrapt, zoals Koot en Bie zouden zeggen. De heer EISSENS: Dat soort smerige woorden gebruik ik niet! U zult begrijpen dat er voor ons een sfeer is geschapen, waarin het ons niet mogelijk is ver der te praten met onze partner in het programak koord, die tot nu toe altijd heeft geveinsd goed met ons te kunnen samenwerken. Onze fractie heeft er in de eerste plaats behoefte aan met een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 26