7 FEBRUARI 1980 270
;en
- het verbeteren van de arbeidssituatie van de
in,
etnische minderheden;
le
aandacht besteden aan de arbeids- en inkomens
iken.
positie van de mannen en de vrouwen;
:o-
de werkgelegenheid van de jongeren. Welke
_n
zijn de landelijke mogelijkheden en hoe crea
ir
tief spelen wij op lokaal niveau in op deze
mogelijkheden?
het
hoe waarderen wij de arbeid en hoe waarderen
wij het niet-werken? Welke mogelijkheden wor
;n
den actief opgepakt voor bijvoorbeeld de
iar-
werkloze mede-burgers?
)or-
Over wonen en woonomgeving zou ik het volgen
3ie-
de willen opmerken. De huisvestingsnota wordt
ie-
steeds meer als "de toekomstige redder in de nood"
ïpen
gepresenteerd. Het is zeer twijfelachtig of deze
ar-
nota wel de rol kan gaan vervullen die de P.v.d.A.
nen.
daarvoor in gedachten heeft, namelijk de aanzet
lden
voor het oplossen van de werkelijke woningnood,
Lg-
met name voor de categorieën die het meest in de
-
knoei zitten. Het is duidelijk dat deze primaire
behoefte om te wonen alles maar dan ook alles te
cen
maken heeft met de manier waarop de beschikbare
Ls
koek wordt verdeeld. Alle pogingen sinds 1945 ten
Ljke
spijt zijn wij er niet in geslaagd de echte woning
ris
nood van dit moment en de toekomst op te lossen.
ar-
Dit is een sociale onrechtvaardigheid van de eer
za-
ste orde, niet in de laatste plaats tevens een
A.
verwijt aan de landelijke overheid. Het heeft er
n:
helaas de schijn van dat wij een periode van zeer
ap-
ernstige woningnood tegemoet gaan. De vooroorlogse
woningen zijn bijna alle aan renovatie, afbraak
van
of vernieuwbouw toe maar ook de revolutiebouw van
ren;
na de oorlog gaat in kwalitatieve zin steeds ver
rein
der achteruit. Dit is een landelijk en natuurlijk
rkge-
ook lokaal probleem. Vooral in de grote steden is
r
een noodsituatie ontstaan die niet oplosbaar
gdu-
schijnt. Wij in Breda moeten ervoor zorgen dat wij
rdt
niet in vergelijkbare omstandigheden als de grote
n
steden komen te verkeren.
ndt
Breda heeft ernstige woningnood, dat is ook