7 FEBRUARI 1980
276
tweede generatie zullen in de komende jaren speci
aal vragen om een rechtvaardiger plaats in onze
gemeenschap. Het gaat daarbij uiteraard om de eer
ste levensbehoeften en om onderdak wonen
werk en ontwikkeling. Zij verkeren thans bijna
zonder uitzondering in een afhankelijke, onderge
schikte positie. Daarin moet naar ons oordeel ver
andering komen. Onze gastarbeiders worden gelukkig
zelfbewuster, brengen duidelijk naar voren zich
niet meer in hun lot te willen schikken, doen aan
zelforganisatie. Allemaal goede en terechte ont
wikkelingen waarop de landelijke en de plaatselij
ke overheid zullen moeten inspelen.
De fractie van de P.v.d.A. vindt het noodza
kelijk dat voor de buitenlandse werknemers en de
bevolkingsgroepen met andere culturen een samen
hangend beleidsplan wordt opgezet. De volgende za
ken zullen in dat beleidsplan moeten worden uitge
werkt
- een analyse van de positie in onze samenle
ving;
- een vaststelling van de feitelijke situatie
welke voorzieningen ontbreken;
- welke doelstellingen hebben wij
welke beleidsinstrumenten zijn er te hante
ren.
Over deze punten nog het volgende. De analyse
zal duidelijkheid moeten verschaffen over de fei
telijke situatie waarin deze bevolkingsgroepen en
onder meer de buitenlandse werknemers verkeren,
met een zicht op perspectief. Welke voorzieningen
ontbreken er op het gebied van wonen, onderwijs,
sociale relaties, communicatie en dergelijke? Ons
doel zal moeten zijn de achterstanden weg te wer
ken en een gelijke geïntegreerde positie waar te
maken. Eigen beleidsinstrumenten zullen moeten
worden gemaakt, de directe invloed in het beleid
via bijvoorbeeld een artikel 61-commissie moet tot
de mogelijkheden gaan behoren.
In deze algemene beschouwingen hebben wij als
P.v.d.A. vooral ons licht laten schijnen op de