281
7 FEBRUARI 1980
Garritsen.
De heer GARRITSEN: Het zijn toch wat andere
ideeën, maar dat komt nog wel!
De heer TEN WOLDE: Dan kom ik er graag op te
rug!
Het is een triest verschijnsel dat men bij al
lerlei discussies eerder het woord voert over par
tijpolitieke aspecten dan tot een zinnige inhoude
lijke discussie over het betreffende onderwerp
komt. Delen van het betoog van de heer Crul waren
hiervan een sterk voorbeeld. Gemeenschappelijke
bestuurlijke verantwoordelijkheid in collegiaal
handelen is voor ons de enige weg om de problemen
in de toekomst efficiënt aan te kunnen. Laten we
ons daarvoor gezamenlijk inspannen. Een goed af
spiegelingscollege staat bij ons nog steeds hoog
in het vaandel. Echter, de langdurige procedures
binnen het college zetten de raad steeds meer bui
ten spel en dat is een volstrekt ongewenste ont
wikkeling. Bij mijn fractie ontstaat steeds meer
het gevoel dat we de beleidsvoornemens via de pers
moeten vernemen. Niet dat we de pers dat primeur
tje niet gunnen, doch op zijn minst moeten wij als
mede-verantwoordelijken voor het beleid tezelfder
tijd worden geïnformeerd. Steeds meer wordt auto
matisch aangenomen dat, indien de commissies zijn
geïnformeerd, alle raadsleden kunnen worden geacht
van de feiten op de hoogte te zijn. Ook het ver
schijnsel dat wij in een zeer laat stadium met
zeer dikke nota's worden geconfronteerd is een min
der prettige ontwikkeling. De commissies zouden
veel vroeger bij het meedenken kunnen worden inge
schakeld. Het komende jaar verwachten wij van het
college in dezen initiatieven.
Ook doordat de belangroeperingen de beleidsno
ta's in een laat stadium ontvangen nemen deze groe
peringen vlak voor de besluitvormende vergaderin
gen contact op met de fracties. Wij hebben de in
druk dat het in de voorbereidende fase aan een