28 21 JANUARI 1980 heer Koertshuis een individualistisch toertje uit gehaald en anderzijds heeft ook de heer Eissens dat enigszins gedaan. Eerst verklaarde de heer Eissens dat hij persoonlijk gegriefd was en later stelde hij dat het gehele C.D.A. gegriefd was. Ik geloof dat wij namens groeperingen in deze raad zitten, en natuurlijk komen daar persoonlijke De heer EISSENS: Om geen misverstand te la ten bestaan wil ik alle leden van de C.D.A.-frac tie uitnodigen om te zeggen of ik hun standpunt al of niet heb vertolkt. De heer CRUL: Ik geloof wel dat de heer Eis sens de mening van de C.D.A.-fractie vertolkte, maar ik wil erop wijzen dat wij namens groeperin gen in deze raad zitten en eigenlijk over onze persoonlijke opvattingen heen moeten kunnen kij ken. Wij hebben er geen moeite mee als u aan het verzoek van de heer Eissens gevolg geeft; u hebt daartoe ook het recht, zonder dat wij u daarvoor toestemming geven. Wij zullen overigens wel graag zien dat over deze zaak, die tussen delegaties van V.V.D. en C.D.A. zal worden doorgepraat, naar de raad toe duidelijkheid ontstaat; in feite is dit een voorschotje op de algemene beschouwingen bij de begroting. In de richting van de raad zal dui delijk moeten worden gemaakt wat er tot donderdag zal zijn gepasseerd. De heer GARRITSEN: Ik vind het op zichzelf jammer dat de vergadering moet worden gescnorst en eigenlijk vind ik het ook niet gebruikelijk. Van de zijde van de V.V.D. zijn wel wat harde woorden aan het adres van het C.D.A. gericht, wat het C.D.A. van die partij niet gewend is, maar ik vind het een wat overtrokken reactie van de C.D.A.- fractie om te eisen dat de vergadering wordt ge schorst. Ik heb daarmee grote moeite en ik vind dat het interpellatieverzoek van de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 28