295 7 FEBRUARI 1980 overzichtelijk en vlot kan worden afgehandeld. Met die laatste manier hebben wij nu helaas te maken. Wij zeggen naïef te zijn geweest, ja, we had den beter kunnen weten. Immers, in de afgelopen tijd is het ons steeds duidelijker geworden dat de speelruimte voor de raad wordt ingeperkt en die raad meer en meer genoegen moet nemen met een rol als figurant. Er worden dikke nota's gelezen, wijd lopige betogen gehouden, amendementen, ja, zelfs moties ingediend, alles echter geheel ongevaar lijk; maar dat geeft ook niet, want men moet be denken dat het slechts gaat om een decor waartegen collegeleden hun grote rol kunnen spelen. De figu ranten kennen hun plaats, zij houden zich dan ook strikt aan de voorgeschreven regie. En zoals in een echt toneelstuk zijn er ook de zogeheten "terzijdes". De spelers die deze "ter zijdes" voor hun rekening nemen zijn in dit geval de leden van de oppositie. Zij geven op gezette tijden hun kijk op de ontwikkeling van de gebeur tenissen. Voor de toeschouwers is het dan altijd weer onbegrijpelijk dat deze terzijde van het po dium gesproken woorden in de zaal zeer duidelijk verstaanbaar zijn, doch om een of andere reden door de hoofdrolspelers nooit worden gehoord. Ook door deze raad wordt als bij het grote to neel een gladlopend stuk opgevoerd. Het publiek kijkt geboeid toe, zich niet bewust van al het ge doe achter de schermen. Echter, waar bij het thea ter het publiek een avondje uit is, zich eens los wil maken van de nuchtere werkelijkheid, ligt dit geheel anders bij het publiek dat de tribune be volkt wanneer de raad een voorstelling geeft. Deze mensen laten een avondje-uit soms voorbij gaan om dat zij zich betrokken voelen bij de problemen waarvoor de raad zich op dat moment geplaatst ziet. Dit publiek wil weten hoe argumenten en te gen-argumenten van de bestuurders luiden; het gaat om voor hen belangrijke beslissingen. De werkelij ke schermutselingen spelen zich echter reeds tevo ren af. Het publiek begrijpt niet waarom aan goede

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 295