7 FEBRUARI 1980
296
argumenten geen betekenis wordt gehecht, het pu
bliek denkt af te mogen gaan op gezond verstand en
duidelijke taal. Neen, in de raad moet men niet
zijn. Beslissingen vallen in de commissies, ja,
zelfs soms daarvóór.
Wij hadden dan ook kunnen weten dat het voor
het college niet zo'n grote stap zou betekenen dan
ook maar de begrotingsbehandeling naar die organen
te verleggen. Een procedurewijziging die door het
college als een verbetering wordt gepresenteerd,
maar die door de fractie van D'66 als een ontoe
laatbare verschraling wordt gezien. Belangrijke
onderwerpen van de verschillende commissies worden
behandeld buiten het gezichtsveld van alle andere
raadsleden, alleen als men niet tevreden is komen
zij nog terug in de begrotingsbehandeling in de
raad. Maar, vragen wij ons af, moeten niet alle
raadsleden beoordelen of een onderwerp uitputtend
is behandeld en hoe kan men zaken onderling afwe
gen wanneer de meeste niet meer boven tafel komen?
In een brief van 3 mei jl. hebben wij bij het col
lege al onze angst geuit dat dit geheel een ver-
deel-en-heers-effect zou kunnen hebben. De beslis
singsbevoegdheid moet bij de raad blijven en niet
bij de optelsom van commissieleden.
Wij zeiden het al eerder, de speelruimte voor
de raad wordt steeds meer ingeperkt. Doodlopende
wegen staan raadsleden ter beschikking. Zo is er
het instituut van de rondvraag. Het reglement van
orde schrijft voor dat het college binnen twee
maanden let wel, twee volle maanden moet
antwoorden. Gesteld dat het antwoord dan al komt,
de actualiteit van het onderwerp heeft dikwijls al
zoveel geleden dat de vrager zich gefrustreerd
voelt.
Voorts staat raadsleden het instituut van de
schriftelijke vragen ten dienste. Het reglement
van orde schrijft het college voor binnen één
maand te antwoorden. Een hele verbeteringten
zij het college dit voorschrift gemakshalve naast
zicht neerlegt. De enige schriftelijke vraag die