7 FEBRUARI 1980 300 deels zo weten wij uit ervaring voor koffie, papier en presentiegelden voor allerlei inspraak organen. Daarmee is echter het inspreken zelf nog niet gewaarborgd. Triest voorbeeld daarvan is het afhaken van de niet-ambtelijke leden van de pro jectgroep van de Spoorbuurt en de marginale in breng van een adviesorgaan als de St.A.R. Daarbij komt dan nog dat nog niet zo lang geleden een aan tal belangrijke zaken zonder noemenswaardige in spraak hun beslag hebben gekregen. Wij wijzen met name op de binnenstadsvoorstellen, de overname van N.A.C., de stadsverwarming en de schouwburg; een uitstekend alternatief voor de schouwburg van Har- rie van Lunen, dat alle aandacht zou verdienen, is helaas niet bekeken. Wij zouden een deel van de inspraakgelden willen besteden op de eerste plaats aan een gemeentelijke ombudsman en verder aan het aantrekken van meer opbouwwerkers, waarvan wij we ten dat zij voor de bevolking een grote steun kun nen zijn bij het opkomen voor hun belangen. In het verlengde daarvan ligt onze vraag naar een bouw technisch opbouwwerker. Deze vinden wij eigenlijk onontbeerlijk in zaken van onderhoud en renovatie omdat bewoners alleen geen partij kunnen zijn voor de deskundigheid van openbare werken. Een ander deel van de inspraakgelden zouden wij willen be nutten voor het copiëren en aan alle raadsleden verzenden van brieven die burgers aan de raad richten en die nu dikwijls maanden later slechts ter inzage liggen. Hierbij begint toch de inspraak! Terug naar de procedure van de begrotingsbe handeling. Uitgebreide behandeling in de commis sies; de overgebleven, nog te bespreken, onderwer pen ruim tevoren geïnventariseerd, ook moties en amendementen keurig van tevoren ingediend; vooral geen verrassingen voor het college. Wèl echter verrassingen voor raadsleden: nog maar nauwelijks is de begroting 1980 in de commissies behandeld of de meerjarenbegroting komt boven tafel. Of we die toch maar even mee willen nemen. Vervolgens een besluitenlijstje waarin blijkt vastgesteld door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 300