12 FEBRUARI 1980 317 ook van mensen en gaf die mensen zijn vertrouwen hij had vele en erg goede vrienden, maar niet ie dereen kon zijn vriend zijn. Het stemt ons allen tot grote dankbaarheid met deze man intensief en lang te hebben mogen sa menwerken. Velen die hem kenden zullen met een ge voel van respect aan deze mens, die èn sterkte èn warmte gaf, terug denken. Dankbaarheid die hij, gevoelig als hij toch was voor al het menselijke om hem heen, zelf niet of nauwelijks wilde accep teren. Voor jullie, Loeki, Kees, Marilyn, Ineke, Hans en voor jullie kleinzoon, betekende Ad, vader en opa, natuurlijk veel meer. Dat kan ik niet on der woorden brengen. Wij hopen wel dat onze gene genheid, onze dankbaarheid en onze waardering jul lie tot troost en steun mogen zijn. Als mensen buigen wij het hoofd, in ons en Ad's vertrouwen dat hij geleid zal worden naar verten die niemand weet. Ik kan alleen maar zeggen: Ad, vaarwel. Vaarwel namens de gemeenteraad, namens ieder lid van die gemeenteraad afzonderlijk, namens het col lege van burgemeester en wethouders. Vaarwel, Ad, namens Bertus, Hans, Ruud, Rein, Luce en onze Jan, de gemeentesecretaris. Dames en heren. Ik dank u zeer. Ik geef nu het woord aan de heer Van Duijl, nestor van deze gemeenteraad. De heer VAN DUIJL: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De Raaff, kinderen en familie, dames en heren leden van de gemeenteraad van Breda en ande re aanwezigen. Na al wat in de afgelopen dagen gezegd en ge schreven is over Ad de Raaff is het moeilijk nog nieuwe kanten van Ad als mens en van zijn functio neren te noemen. Ik ben daartoe niet in staat, ze ker niet na het uitstekende stuk in De Stem van hedenmorgen. Datgene wat ik naar voren zal brengen is hetgeen wij in de gemeenteraad van Breda erva ren hebben, eerlijk en oprecht, als een kleine

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 317