320 12 FEBRUARI 1980 zelf met al ons hebben en houden in Gods hand zijn? Als wij dit beseffen, kunnen wij dan niet met al les tot God gaan in gebed en leven in hoop en ver antwoordelijkheid tegelijk?" Zo leefde Ad de Raaff. Het is nog maar enkele weken geleden dat wij met enkele fractieleden op het middernachtelijk uur in het Praathuis bij elkaar zaten en het ge sprek op de dood en het hiernamaals kwam. Het is maar zelden, eigenlijk te zelden, dat men zich uit over persoonlijke ervaringen en zaken die de ziel beroeren. In dat gesprek liet Ad de Raaff duide lijk merken hoe hij geloofde in het hiernamaals en hoe hij het hiernamaals zag in de relatie naar ons, aardse bewoners. Hij was overigens niet zo'n prater, hij luisterde graag en geduldig, hij schuwde tegenstellingen en zou nooit misbruik ma ken van het vertrouwen dat een ander hem schonk. Het zijn vaak de besten die ons voorgaan in de dood. Vanuit de K.V.P. kwam hij in 1966 in de raad. Toen in 1969 een wethouder moest worden gekozen waren er meerdere kandidaten voor de vakante plaats, kandidaten met grote dadendrang, politieke feeling en ervaring. Toch werd Ad de Raaff geko zen. Hij bleef zichzelf, oorspronkelijk en kri tisch, onbesproken en oprecht, acceptabel voor een ieder en niet uit op politiek gewin. Het C.D.A. kon blij zijn met de keuze die de fractie indertijd gemaakt heeft. Als wij nog eens terugblikken op de tijd dat Ad de Raaff als wethouder verantwoordelijk was voor de portefeuille maatschappelijke dienstverle ning, gemeentelijke gezondheidsdienst en perso neelszaken, dan mogen wij constateren dat deze be drijfseconoom mede richting gaf aan het sociale gebeuren in Breda en omstreken. Zonder uitputtend te zijn noem ik hierbij zijn voorzitterschap van de Stichting Gecoördineerd Bejaardenwerk en zijn activiteiten ten behoeve van de bejaardenhuisves ting, zijn voorzittersfunctie van het Woonwagen schap en zijn speciale zorg voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 320