328 14 FEBRUARI 1980 (Middag) heb je te maken met verschillende boekingsmethoden, met verschillende afschrijvingstermijnen en derge lijke; de moeilijkheden die je daarbij ontmoet wil ik graag nog eens wat nader uiteen zetten. Een echte beoordeling op grond van dergelijke verge lijkingen is in ieder geval niet mogelijk. Ik kan in dit verband nog mededelen, dat de gemeente Haarlem gepoogd heeft met een betrekkelijk klein aantal andere gemeenten een onderzoek in te stel len, bij de resultaten waarvan zij destijds zelf aantekende dat men bij het hanteren van de cijfers erg voorzichtig moest zijn. Als wethouder van fi nanciën, met inzicht in dit soort zaken, wil ik dit graag onderschrijven. Het rapport van Haarlem wil ik overigens graag ter visie leggen, opdat de raad althans enig inzicht zal hebben in de voor zieningen in een aantal met elkaar te vergelijken gemeenten Ten aanzien van de belastingen is gezegd, dat de verhoging onaanvaardbaar is. Wij moeten mijns inziens echter het program-akkoord uitvoeren waar in is gesteld, dat in beginsel geen schoksgewijze verhogingen zullen mogen plaatsvinden en dat de noodzaak van verhogingen aan de hand van de feite lijke situaties zal moeten worden beoordeeld. Ik wil hierbij opmerken dat wij in 1980 de trend, die wij met elkaar hebben afgesproken, waarschijnlijk niet zullen volgen wat tot gevolg zal hebben dat wij voor het volgend jaar iets hoger zullen moeten ramen omdat nu eenmaal de prijsstijgingstrend ge volgd zal moeten worden. Aan doelmatigheid en efficiency dient zeker aandacht te worden besteed, waarbij onze systema tiek van de budgetmethode naar mijn mening als een goede handreiking kan worden beschouwd. Doelmatig heid en efficiency worden hierdoor stellig bevor derd. Voorts is gesteld dat het slecht gaat in het land, maar dat dit niet uit de nu voor ons liggen de begroting blijkt. Dit komt natuurlijk voort uit de omstandigheid dat wij reeds lang voordat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 328