14 FEBRUARI 1980 329 (Middag) Ien, situatie van dit moment bekend was met deze begro je- ting bezig waren. In de begroting voor het komend cil jaar zullen wij er rekening mee moeten houden dat het, wanneer het in Den Haag regent, hier wel zal - druppen. In april, bij de voorlopige capaciteits in raming, zal mede hiervan moeten worden uitgegaan. Ik neem aan dat wij ter zake dan nadere gegevens l zullen krijgen en op basis daarvan met elkaar tot L- besluitvorming zullen kunnen komen. Toch durf ik vol te houden dat de financiële situatie van de 2rs gemeente Breda gezond en redelijk gunstig is als L- wij daarbij in aanmerking nemen, dat wij in 1980 voor circa 9 miljoen aan nieuw beleid kunnen 2m inbouwen le In de meerjarenbegroting zou worden ingegaan - op de eventuele tijdelijke activering van kosten 2n en de verfijningsuitkering voor snelle groei. Te recht is gezegd dat dit niet is gebeurd, mijn ex it cuus daarvoor. In de drukte is dit vergeten, maar 3 ik stel mij voor bij de behandeling in april van ar de eerste cijfers voor de nieuwe begroting hierop se nader terug te komen en de raad daaromtrent te in formeren te- Met betrekking tot de onroerend-goedbelasting c zou ik willen mededelen dat alle panden conform de lie wettelijke regels en conform hetgeen wij ter zake jk met de raad hebben afgesproken opnieuw zijn ge t taxeerd. Vanuit die optiek is er tussen oude en ten nieuwe panden dus geen verschil gemaakt. Er kunnen 3 ten aanzien van bepaalde panden natuurlijk wel eens moeilijkheden ontstaan waaraan wij mijns in ziens wat de O.G.B. betreft niets anders kunnen a- doen dan wij nu hebben gedaan, er zal dan alleen sen opnieuw kunnen worden getaxeerd op dezelfde basis ig- als dat nu is gebeurd, namelijk op basis van de r- economische waarde. Als dat voor een aantal mensen wellicht verkeerd uitvalt vind ik dat, zelfs als t wethouder van financiën, niet plezierig maar wel en- onontkoombaar ait Met betrekking tot het stedelijk gymnasium zullen adviezen moeten worden gevraagd aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 329