14 FEBRUARI 1980 331
(Middag)
hierover zoals u weet iets mogen zeggen bij de be
handeling van het preadvies inzake b.r.w.-subsidie,
op grond van een unaniem door de raad aangenomen
motie blijven wij uiteraard bij de rijksoverheid
aandringen op blijvende bijstand voor deze sector.
Dat wij hieraan binnen het georganiseerd overleg
groeisteden dit in de richting van de heer Ten
Wolde aandacht blijven besteden is voor de hand
liggend en dat wij in dit georganiseerd overleg
een platform vinden voor het met elkaar bespreken
van de gezamenlijke problemen is plezierig.
In de binnenstad van Breda wordt door velen
hard gewerkt, de opmerking van de heer Eissens is
terecht. Zorg baart de ontwikkeling van het noor
delijk gedeelte van de binnenstad. Ik moet wel zeg
gen dat de besluitvorming dienaangaande door de
raad correct is en dat zij ook aan de ontwikkeling
van het noordelijk gedeelte kan blijven bijdragen,
wel wetend en dan praten wij met name over de
vestiging van de A.B.N. aan de noordelijke zijde
van de Tolbrugstraat dat wij in dezen in hoge
mate afhankelijk blijven van het particulier ini
tiatief.
Met vallen en opstaan voeren wij met betrokke
nen gesprekken over de parkeernota, enerzijds met
de binnenstadscomité1s en anderzijds met de M.G.B.
waarmee morgen een gesprek zal plaatsvinden. Wij
zullen proberen alvorens de behandeling in de com
missie openbare werken plaatsvindt op 6 maart
a.s. de rapportage van de gesprekken met de be
trokkenen ter tafel te brengen.
Op de concrete vraag waarom van particuliere
naar gemeentelijke exploitatie wordt overgegaan
kan ik antwoorden, dat dit vooralsnog in hoge mate
wordt geïnspireerd door de ontdekking van het col
lege dat het samengaan van particuliere en gemeen
telijke exploitatie bij de uitvoering van een en
ander een moeilijke aangelegenheid is.
Over het probleem stadsvernieuwing kan ik
kort zijn omdat wij er in de laatste vergadering
van de commissie openbare werken een indringend