14 FEBRUARI 1980 333
(Middag)
U, mijnheer de voorzitter, hebt reeds over
het pand Ginnekenweg 90 gesproken. Vooruitlopend
op een nog komende schriftelijke informatie aan
het partijbestuur van de P.v.d.A. wil ik daarop
mijnerzijds nog de volgende aanvulling geven. Met
een na de uitzetting van de krakers heb ik de di
recteur openbare werken verzocht een onderzoek
naar de mogelijkheid van het verwerven van het
pand Ginnekenweg 90 in te stellen. Daarover heb ik
vanmorgen nadere niet rooskleurige informatie ge
kregen, waaromtrent ik de commissie nader zal in
lichten.
Ik heb laten narekenen met hoeveel woningen
van ons gemeentelijk woningbezit in totaal on
geveer 8.000 woningen wij bezig zijn geweest
danwel nog bezig zijn in het vlak van ofwel reno
vatie ofwel groot-onderhoudsbeurten. Daarbij gaat
het in totaal het is een cijfer dat ik u niet
wil onthouden om 3.020 woningen. Ik heb dit cij
fer hier naar voren willen brengen omdat mede
hieruit blijkt hoe groot de druk op de dienst
openbare werken is.
Een korte opmerking over rijksweg 58. Het
college heeft de minister van Ruimtelijke Ordening
inmiddels verzocht om toepassing van artikel 65
van de Wet Ruimtelijke Ordening, terwijl wij de
minister van Verkeer en Waterstaat hebben gevraagd
ons verzoek bij zijn ambtgenoot te ondersteunen.
Het werd mij wel angstig te moede -- ik moet dit
even kwijt hoewel ik mij daarop niet geprepareerd
heb toen ik gisteren vernam dat een bericht in
de krant heeft gestaan waaruit blijkt, dat de ge
meenteraad van Nieuw-Ginneken eergisteren kenne
lijk een voorbereidingsbesluit met betrekking tot
het betreffende gebied heeft genomen.
Voorts zijn vragen gesteld over alternatieve
plannen die op tafel liggen. Vanmorgen is de stu
die over de laatste plannen intern gereed gekomen
en een en ander zal nu worden voorgelegd aan de
vaste commissie van de Tweede Kamer en de leden
van de commissie ruimtelijke ordening. De