14 FEBRUARI 1980 335 (Middag) willen blijven aanbevelen. Wethouder SANDBERG: Voor wat de portefeuille bedrijven, milieu en energie betreft zijn door de heren Eissens en Ten Wolde enkele vragen gesteld. Mij tot de gestelde vragen beperkend zou ik willen zeggen dat het in het voornemen ligt het college zeer binnenkort een nota milieuhygiëne voor te leggen en wel op een zodanig tijdstip, dat de com missie bedrijven hiervan eind maart kennis zal kunnen nemen. Met nadruk zeg ik "eind maart kennis zal kunnen nemen" omdat het in het voornemen ligt deze nota onder meer ook voor te leggen aan de in specteur volksgezondheid en milieuhygiëne, de Ka mer van Koophandel, de Brabantse Milieufederatie en de stadsgewestelijke gezondheidsdienst. Wanneer de procedure verloopt zoals wij haar voor ogen hebben dan zal de concept-nota mèt adviezen en commentaren in de commissievergadering van 27 mei kunnen worden behandeld, zodat vaststelling van de nota in de juni-vergadering van de raad mogelijk zal zijn. Door de heer Eissens is een vraag gesteld over de invulling van de stelpost milieubeheer. In ieder geval zal dat middels een raadsvoorstel dus ook na overleg met de commissie plaatsvinden. De behandeling van het concept-voorstel daaromtrent is in april voorzien. Wat de invulling betreft wordt gedacht aan het opnemen van een aantal be dragen ter uitvoering van de actiepunten uit de nota milieuhygiëne, zodat de invulling in samenhang met die nota zal moeten geschieden. De actiepunten zullen in ieder geval naar prioriteit moeten wor den gerangschikt, terwijl concretisering van de te plegen uitgaven uiteraard pas later zal kunnen plaatsvinden. Op de kwestie van de energiebesparing en het L.P.G. zal men naar ik heb begrepen bij de hoofd- stuksgewijze behandeling terugkomen. Alvorens over te stappen naar de werkgelegen heid wil ik, mede naar aanleiding van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 335