342 14 FEBRUARI 1980
(Middag)
opstelling is. Het is uitdrukkelijk de bedoeling
niet met dooie mussen te komen, maar duidelijke
afspraken te maken, ook ten aanzien van die geval
len waarin geen inspraak zal worden gegeven maar
louter informatie zal worden verstrekt. Op die ma
nier zullen wij mijns inziens het best met elkaar
bezig kunnen zijn.
Vervolgens personeel en organisatie. Er is
gevraagd naar de stand van zaken bij de werkgroep
vrouwen in het gemeentelijk apparaat. Daarvan wil
ik zeggen dat wij hierbijevenals bij de meeste
andere zaken in de sector personeel, met een heel
proces te maken hebben. Er is gestart met een
voorbereidingsgroep, officieel is daarna een groep
bestaande uit een tiental vrouwen ingesteld en
vervolgens is geprobeerd een groot deel van de
vrouwelijke ambtenaren hierbij te betrekken. Op
dit moment zijn een 60 vrouwen in werkgroepen met
een aantal activiteiten bezig en die activiteiten
zullen uiteindelijk tot concrete voorstellen lei
den. Deze werkgroepen worden professioneel bege
leid en ik verwacht dat een pakket maatregelen ter
tafel zal komen.
Ik kom tot jeugd, sport en recreatie. Aange
duid is dat met name op het gebied van de jongeren
wel het een en ander aan problemen leeft, wat ik
alleen maar kan onderschrijven. Wij zetten de jon-
gerenproblemen op het ogenblik op een rij en ook
ambtelijk zullen wij proberen deze problemen geïn
tegreerd aan te pakken. Problemen als jeugdcrimi
naliteit en jeugdwerkloosheid kunnen niet vanuit
één discipline worden opgepakt, er dient sprake te
zijn van een geïntegreerde ambtelijke benadering
die op het ogenblik in opbouw is en waarop wij
de heer Sandberg heeft hierover ook een opmerking
gemaakt zullen terugkomen. De kwestie van de
jeugdwerkloosheid bijvoorbeeld omvat arbeidsmarkt
beleid tot en met opvang en daar zit een heel ter
rein' tussen.
Ook over de Trompenburg is een vraag gesteld.
Planmatig optreden is naar ik meen een harde