346 14 FEBRUARI 1980 (Middag) minderheden noemen, dus groepen met een andere cul tuur nu ik dit woord gebruik zie ik de heer Van Dongen al weer heel bestraffend kijken een an dere culturele achtergrond, definitief in Neder land zal blijven wonen. Ik denk dat wij in onze samenleving, met haar minderheids- en meerderheids opvattingen, duidelijk boodschap aan elkaar hebben en dat ook de minderheden er recht op hebben het beleid, voor zover dat henzelf maar ook de totale samenleving betreft, te beïnvloeden. Vanuit mijn sector zou ik willen zeggen, dat wij hieraan in het komend jaar grote prioriteit zullen geven, maar zoals reeds is gesteld gaat het bij de pro blemen van de culturele minderheden vooral om huisvesting, werkloosheid, participatie en door stromingskansen in het onderwijs. Zij worden vaak op een dubbele manier achter gesteld. Het aandacht besteden aan deze problematiek zal de portefeuille voor welzijnszaken dus zeker overstijgen. Ik hoop dat wij er met elkaar van gedachten over zullen kunnen wisselen en de raad in de toekomst een hierop betrekking hebbend beleidsplan zullen kun nen voorleggen. Van de zijde van de C.D.A.-fractie is gesteld dat het gemakkelijk is voor de ontwikkelingssamen werking 50.000,gemeenschapsgelden uit te trekken. Wij hebben dit in het program-akkoord af gesproken en het is mijns inziens ook mede een taak van de gemeentelijke overheid een bijdrage te leveren aan de groeiende bewustwording van de ei gen bevolking inzake deze problematiek. Als wij hiermee stapsgewijze beginnen zal mogelijk via de bewustwordingsactiviteiten die wij met dit geringe bedrag kunnen ontplooien een volgend Mandaka-pro- ject wel kunnen slagen. De collega's Sandberg en Welschen hebben al over de jeugdwerkloosheid gesproken, waaruit dui delijk blijkt dat dit meer dan één portefeuille raakt. Ik ben ook blij dat ik hierover als wethou der van sociale zaken en maatschappelijke dienst verlening niet alleen behoef te praten. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 346