te krikken.
14 FEBRUARI 1980
(Middag)
349
De heer DREEF: Kan de heer Eissens zijn op
merking over de vakbonden misschien wat meer con
cretiseren?
De heer EISSENS: Dat kan ik zeker. Als je met
vakbonden praat merk je altijd dat ze erg veel
kritiek hebben en dat ook vaak terecht, maar zodra
je ze tracht te bewegen tot het dragen van een
stukje mede-verantwoordelijkheid wordt gezegd:
neen, dat doen wij niet, dat is niet onze taak.
Hier zien wij hetzelfde verschijnsel en dat vind
ik erg jammer.
Het accent dat wethouder Paulussen op de ont
wikkelingssamenwerking heeft gelegd gaat mijns in
ziens wat teveel in een bepaalde richting. Het
lijkt mij verstandig dat wij nog eens een keer met
elkaar rond de tafel gaan zitten wanneer dit pro
ject aan de orde komt.
Wij danken u voor de wijze waarop u onze vra
gen hebt beantwoord.
De heer CRUL: Een korte opmerking over de be
handeling van de begroting zoals deze nu plaats
vindt. Het zal naar ik aanneem duidelijk zijn dat
niemand met deze wijze van behandelen content is,
wij zijn dat zeker niet. Wij zagen ons met de rug
tegen de muur geplaatst en op grond van een nog
enigermate redelijke afhandeling hebben wij met
deze gang van zaken ingestemd, maar nu het college
heeft geantwoord blijkt wel dat het bepaald niet
gaat zoals het eigenlijk zou moeten gaan. Het is
misschien een overbodige opmerking, maar zij lijkt
mij voor de toekomst toch wel van belang.
Wat de laatste opmerking van de heer Eissens
betreft: ik weet niet of hij als politicus of als
werkgever heeft gesproken
De heer EISSENS: Ik dacht dat wij hieruit
vanuit een bepaalde achtergrond als politici