356 14 FEBRUARI 1980
(Middag)
die zich bezighouden met studentenhuisvesting, zij
het met subsidie die subsidie geldt mijns in
ziens echter ook voor h.b.o.-instellingen met
sluitende begrotingen moeten kunnen werken.
In de toekomst zullen wij naar mijn mening
niet meer moeten zeggen dat een wethouder maar
weer eens naar Den Haag moet om over het oplossen
van de volkshuisvestingsproblemen te praten, want
in Den Haag staan er velen op de stoep, je moet
achteraan de rij aansluiten en het zou wel eens
kunnen gebeuren dat op het moment waarop je aan de
beurt bent de kaartjes zijn uitverkocht. Daarom
doe ik een beroep in mijn algemene beschouwing
heb ik de heer Crul in dit opzicht uitgedaagd
op alle fracties die het college ondersteunen bin
nen de eigen mogelijkheden en de eigen projecten
naar financieringsmiddelen te zoeken. Waarschijn
lijk zullen wij daarvoor moeten denken aan een gro
tere differentiatie en niet aan een totale pro
jectmatige aanpak. Er zal onzes inziens moeten
worden gewerkt in de richting van een gedecentra
liseerde aanpak. Als wij morgen in Breda 1.200 mo
dale kavels zouden aanbieden ik spreek niet over
exacte afmetingen dan zouden wij die morgen
avond kwijt zijn en dan zouden wij wel over een
jaar 1.200 woningen hebben gebouwd.
Tenslotte nog een opmerking over de toestand
rond de rijksweg 58. Ik ben blij met de constate
ring van de wethouder, dat Nieuw-Ginneken tot een
voorbereidingsbesluit probeert te komen en ik hoop
dat wij elkaar wat deze weg betreft toch zullen
kunnen vinden.
De heer GARRITSEN: Ik geloof dat u niet in de
gaten hebt wat ze procedureel aan het doen zijn!
De heer TEN WOLDE: Dat zou kunnen, daarover
laat ik mij dan graag informeren.
De VOORZITTER: Wilt u afsluiten, mijnheer
Ten Wolde?