14 FEBRUARI 1980 359 (Middag) Over de rijksweg 58 wil ik kort zijn. Het gaat mij hierbij om het feit ik meen dat in mijn algemene beschouwing duidelijk te hebben ge maakt dat de gekozen oplossing geen echte oplos sing is. Er zitten vele haken en ogen aan, de ver keersoverlast op de zuidelijke rondweg zal vermoe delijk blijven bestaan, het verkeersaanbod zal groot blijven, terwijl wij mijns inziens verant woordelijk zijn voor het in dezen zoeken van de beste oplossing. De wijze waarop de wethouder de alternatieven nu afdoet vind ik bijzonder goed koop. Ik zou graag zien dat hij deze kwestie wat serieuzer aanpakt, dat hij de mogelijkheden tot in spraak op een overigens heel beperkte manier via bestemmingsplannen en bezwaarschriften open laat en niet probeert die inspraakmogelijkheden de nek om te draaien door het via de provincie aan de mi nister voorstellen van een bepaalde procedure. Tenslotte nog een opmerking over de begro tingsbehandeling. In de commissies heb ik al ge zegd dat de zaak wat de meerjarenbegroting betreft veel te slecht is voorbereid. De meerjarenbegro ting is veel te laat gekomen, er zijn geen be leidslijnen uitgezet, het zijn in feite alleen wat cijfertjes op een rij en het lijkt mij daarom on verstandig de meerjarenbegroting hier te behande len. Ik zal de meerjarenbegroting alleen voor ken nisgeving aannemen en er niet inhoudelijk op in gaan. De VOORZITTER: Van mijn kant een heel korte reactie. Het is natuurlijk duidelijk dit in de richting van de heer Crul dat niemand gelukkig is met een zozeer gecomprimeerde behandeling van de begroting. Er is sprake van een geforceerde gang van zaken, wat ook blijkt uit de aan een ie der toegemeten spreektijd. Ten tweede is door de heer Crul over de com municatie tussen raad en college gesproken, waar bij hij heeft gevraagd dit punt eens in de commis sie algemene zaken aan de orde te stellen. Ik moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 359