14 FEBRUARI 1980 361
(Middag)
De VOORZITTER: De burgemeester van Arnhem
heeft kort geleden nog gezegd dat hij dat niet
juist vindt, maar dat is natuurlijk alleen maar
een uitspraak van de burgemeester. Dat geef ik toe.
Wethouder BROEDERS: De vraag over de subsi
dienota ben ik in eerste instantie inderdaad ver
geten, waarvoor mijn excuses. Overigens meen ik
dat er in de commissie financiën al over is ge
sproken, waarbij is vastgesteld dat de afdeling
financiën door een aantal omstandigheden muta
ties, ziekte en overbelasting ook in het kader van
de voorbereiding van de begroting niet verder
is gekomen dan een eerste globale inventarisering.
In die globale inventarisering is als belangrijk
ste punt naar voren gekomen dat je, wanneer je een
goede en doelmatige nota ter tafel wilt brengen,
mede rekening dient te houden met de verdere ont
wikkelingen in het kader van de decentralisatie
van het welzijnsbeleid omdat het daarbij om een
aantal punten gaat die eveneens in de nota ver
werkt zullen moeten worden. Vervolgens werd gecon
stateerd dat het uitbrengen van de subsidienota
nog geruime tijd zal vergen en de raad behoeft de
ze nota dan ook dit jaar niet meer te verwachten.
Overigens moet ik hieraan toevoegen dat wijzelfs
als wij een subsidienota zouden hebben, deze toch
niet als een soort computerprogram zouden kunnen
gebruiken waar je alle aanvragen in kunt stoppen
en waar vervolgens het goede antwoord uit komt.
Als men dat veronderstelt heeft men een volstrekt
onjuiste verwachting van hetgeen met de subsidie
nota zal kunnen worden bereikt.
De heer EISSENS: Kan de wethouder zich nog de
toezegging herinneren dat de subsidienota in sep
tember of oktober 1979 gereed zou zijn? Er is ken
nelijk iets tussen gekomen!
Wethouder BROEDERS: Dat is inderdaad het ge
val en daarom moesten wij er de raad van op de