14 FEBRUARI 1980 363
(Middag)
Zelfs op dit moment zijn nog niet alle juiste cij
fers bekend. Wij hebben geprobeerd zowel bij de
ministeries als bij het Centraal Planbureau de
laatste cijfers te verkrijgen, maar van die zijden
is men met cijfers erg voorzichtig. Wanneer wij in
april a.s. met de eerste aanzet tot de begroting
voor 1981 zullen beginnen zullen wij uiteraard met
de laatste gegevens rekening houden. Wij hebben
overigens wel ik meen dat dit met enige vreugde
is geconstateerd enige voorzichtigheid inge
bouwd door cumulatief driekwart miljoen per jaar
als buffer voor eventuele tegenvallers of nieuwe
activiteiten beschikbaar te houden.
Met betrekking tot de inbouw in de begroting
van de Haagse Beemden zou ik als wethouder van fi
nanciën willen zeggen, dat de mogelijkheid tot
controle op en de overzichtelijkheid van de uitga
ven in totaliteit bezien beter zijn dan in het ou
de systeem. Wel komt hierbij de vraag naar voren
waarop wethouder Van Dun beter kan antwoorden
of binnen de financiële mogelijkheden de voor
de Haagse Beemden noodzakelijk geachte voorzienin
gen tijdig zullen kunnen worden gerealiseerd, maar
in financieel opzicht is de inbouw in de begroting
in ieder geval een duidelijke verbetering.
Wethouder VAN DUN: De opmerking die ik heb ge
maakt over het niet gemaakt zijn van opmerkingen
over de beplantingen was een klein beetje ingege
ven door de vraag of er in dit opzicht sprake is
van een stilte voor de storm. Dat daarvan sprake
zou kunnen zijn getuigt eigenlijk ook het antwoord
van de heer Eissens op mijn opmerking, hij heeft
gesteld dat hij heeft gewezen op de vele vernie
lingen van plantsoenen en andere groenvoorzienin
gen waaruit zijns inziens blijkt dat zijn fractie
het groen een goed hart toedraagt. Ik denk dat
daarmee het gevaar is aangegeven dat ik heb willen
signaleren. De dienst beplantingen is geen dienst
waar men 's morgens schuchter wakker wordt, de
dauwdruppels op het gras ziet liggen en de koekoek