364 14 FEBRUARI 1980 (Middag) hoort fluiten en waarvan de medewerkers, na dit al les te hebben geconstateerd, de paden op en de la nen ingaan om hier en daar wat bladeren bij elkaar te vegen. De heer EISSENS: O, nee? Wethouder VAN DUN: Neen, zo is het per se nietl De dienst beplantingen is een "keiharde" dienst, die ook de uitgangspunten voor de ruimte lijke ordening formuleert en waarvoor ik op ter mijn grote moeilijkheden zie ontstaan in verband met areaal-uitbreiding en financiële mogelijkheden. Wij zijn nu bijvoorbeeld intern bezig met het feit dat er in Breda ook ik ben plotseling tot dit besef gekomen vele na-oorlogse wijken zijn waarin destijds groenvoorzieningen zijn aangebracht die nu 30 a 35 jaar oud zijn. Ook groen heeft geen eeuwigheidswaarde en het is nu de grote vraag hoe wij het in 's hemelsnaam voor elkaar zullen kunnen krijgen in dit opzicht waar nodig tot reconstruc tie en dergelijke over te gaan. Daaraan zal ook financieel gezien een stukje beleid ten grondslag moeten liggen. Daarop heb ik gedoeld toen ik sprak over een schot voor de boeg in verband met de wei nige opmerkingen over beplantingen. Voorts is over gemeenschappelijke parkeerga rages gesproken, waarmee de heer Ten Wolde naar ik aanneem doelde op de discussie over particuliere en gemeentelijke exploitatie. Overigens is het door hem genoemde voorbeeld van Den Bosch een slecht voorbeeld, want juist in Den Bosch is men er op het ogenblik mee bezig alle parkeergarages naar de gemeente over te hevelen omdat de particu liere exploitanten, die ermee zijn begonnen, het niet meer zien zitten. Ik heb in mijn antwoord op een aantal punten gedoeld. Als je ervan uitgaat dat de gemeente móet optreden en dat er mogelijk heden zijn voor het particulier initiatief, dan rijst op de eerste plaats de vraag: welke garages "pikt" het particulier initiatief en welke garages

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 364