374 14 FEBRUARI 1980
(Middag)
willen overhandigen. De motie luidt als volgt:
"De Raad van de gemeente Breda, in vergadering
bijeen op 14 februari 1980 in het kader van
de begrotingsbehandeling;
- in aanmerking genomen de afspraken ten aan
zien van de ontplooiingskansen binnen het
onderwijs zoals die zijn gemaakt in het
programakkoord
- overwegende dat bij die ontplooiingskansen
ook bestaande rollen binnen de maatschappij
en de individuele ontwikkeling en beroeps
keuze van groot belang zijn;
- constaterende dat gegevens hierover ten aan
zien van de Bredase onderwijssituatie en de
mogelijkheid om veranderingen in het rollen
patroon via het onderwijs in gang te zetten
of te stimuleren nog niet aanwezig zijn;
- nodigt het college uit zich hierover uit te
spreken en binnen het komend jaar mee te
werken aan bovengenoemde stimulerende acti
viteiten binnen de S.A.D. en het openbaar
onderwij s en een evaluatie van deze activi
teiten binnen de begroting van volgend jaar
aan de raad te doen aanbieden;
en gaat over tot de orde van de dag."
Wethouder BROEDERSIk neem aan dat ik niet
over de moties behoef te praten.
De heer Schuring heeft op de door hem inge
diende motie een toelichting gegeven waarover ik
een korte opmerking wil maken. Wat het m.b.o. en
h.b.o. betreft heeft hij gesteld dat plaatsen als
Tilburg en Eindhoven wellicht zullen kunnen profi
teren van de omstandigheden dat daar al weten
schappelijk onderwijs aanwezig is. Terloops zou ik