14 FEBRUARI 1980 375
(Middag)
willen opmerken dat ook Breda wetenschappelijk on
derwijs kent zodat een integratie van hoger be
roepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs ook
nog ten voordele van Breda zou kunnen werken. Los
daarvan wil ik echter stellen dat wij een diligent,
een actief beleid ten aanzien van het h.b.o. die
nen te voeren. Men moet in dit opzicht natuurlijk
wel op zijn tellen passen, als gemeente moeten wij
dit met het h.b.o.-overleg-orgaan dat overigens
ook contacten heeft met het w.o. in Rotterdam,
Tilburg en Eindhoven actief benaderen. Ik neem
aan dat ik, wanneer de motie aan de orde komt, in
de gelegenheid zal zijn daarover het oordeel van
het college te geven.
Ik kom tot het betoog van mevrouw Stutter-
heim. In de commissie onderwijs hebben wij naar ik
meen al medegedeeld, dat wij momenteel aan het in
ventariseren zijn waar en hoe de in de begroting
opgenomen post het best zal kunnen worden aange
wend en dat wij daarover in de commissie verder
zullen spreken. Ik verwacht dat het met name nood
zakelijk zal zijn ten behoeve van de anderstaligen
gebruik te maken van de middelen, waarvan ik hoop
dat de raad ze ons voor dit soort activiteiten ter
beschikking zal stellen. Aan deze activiteiten moet
nog concreet vorm worden gegeven, maar inmiddels
hebben ter zake in verschillende wijken, met ver
schillende scholen etc. al besprekingen plaatsge
vonden. Wij zullen hierop in ieder geval terugko
men.
Wat de uitbreiding van de s.a.d. ten behoeve
van de Haagse Beemden betreft kan ik mij voorstel
len dat dit tot enig misverstand heeft geleid. Bij
uitbreiding van de stad met nieuwe wijken moet op
een gegeven moment voor de scholen in die nieuwe
wijken uiteraard ook s.a.d.-begeleiding beschik
baar zijn. Daarvoor zal de s.a.d. mankracht moeten
hebben, maar die mankracht wordt wel ingekaderd in
de organisatie van de dienst als zodanig. Je zou
kunnen zeggen dat dit in 1980 in mindere mate nood
zakelijk zal zijn dan het volgend jaar, maar ik