380 14 FEBRUARI 1980 (Middag) het ligt voor de hand daarvoor aan het museum te denken, maar daarvoor is het gebouw te klein. Wij hebben eens rondgekeken in andere steden, waarbij het ons is opgevallen dat elders veel gebruik wordt gemaakt van historische gebouwen en monumenten. Ik noem in dit verband Dordrecht waar de kolossale ruimte van het klooster als museum in gebruik is en Bergen op Zoom waar het Markiezenhof, tot voor kort een kazerne, voor dit doel in gebruik is ge nomen. Een combinatie van beide treffen wij in Breda aan in de vorm van een kloosterkazerne, waar aan in verband met culturele toepassingen ook in de rapporten over de binnenstad al aandacht is be steed. Mijn vraag is nu of u bereid bent de wense lijkheid en mogelijkheid te onderzoeken van een culturele toepassing van de kloosterkazerne en eventueel het Huis van Brecht, historische gebou wen die nu door het ministerie van Defensie worden gebruikt. Wij zouden graag zien dat deze gebouwen in het culturele leven van Breda een rol zouden kunnen gaan vervullen. De heer OOMEN: Vanmorgen was het erg mistig toen wij de stad in gingen en wat de cultuur be treft is er nu nog steeds sprake van een wat mis tige situatie. U zult begrijpen dat ik hierbij vooral doel op de situatie rond De Beyerd en het feit, dat daarover nog steeds geen concreet pread vies ter tafel ligt. In dit verband wil ik herin neren aan de woorden die wethouder Sandberg het vorig jaar tijdens de begrotingsbehandeling heeft gesproken, hij wees toen op "het cactusje" van De Beyerd waaraan hij zich nogal eens prikte. Die cactus is inmiddels erg groot geworden en ik zou de wethouder willen vragen of wij hieromtrent nu op korte termijn een definitief preadvies kunnen tegemoet zien. Vervolgens wil ik een korte toelichting geven op een door ons in te dienen motie betrekking heb bend op onze contacten met andere steden, waarbij ik ten eerste denk aan het lidmaatschap van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 380