14 FEBRUARI 1980 381
(Middag)
raad van de europese gemeenten en ten tweede aan
de subsidie voor de unie van oranjesteden. Ten aan
zien van deze beide contacten met andere steden
zetten wij nogal wat vraagtekens, wat voor u niet
nieuw is. Wij zouden de contacten met andere ste
den, ook gezien het programakkoord, in een wat
groter verband willen bekijken, waarbij onze ge
dachten met name ook naar de derde wereld uitgaan,
naar contacten tussen rijk en arm. Het is de be
doeling van onze motie de mogelijkheden voor het
leggen van contacten met andere steden in een wij
der verband eens nader te gaan bekijken. Bij de
raad voor de europese gemeenten en de unie van
oranjesteden gaat het om rijke europese steden,
wij zouden graag zien dat wij ons in dezen wat
meer op de arme landen zouden richten. Onze motie
luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Breda, in vergadering
bijeen op 14 februari 1980 in het kader van
de begrotingsbehandeling;
- kennis genomen hebbende van het voorstel
van het college, opgenomen in de eerderge
noemde begroting, tot voortgezette subsidie
aan de unie van oranjesteden, alsmede het
lidmaatschap van de raad van de europese
gemeenten;
constaterende dat:
- het zinvol is om jarenlang durende subsi
dies telkenmale op hun zinvolheid te bekij
ken;
- de subsidie aan de unie van oranjesteden
maar aan zeer kleine groepen van de bredase
bevolking ten goede komt;
- het noodzakelijk is de opinie van de breda
se bevolking ook te richten op de noden in