384 14 FEBRUARI 1980 (Middag) kunnen zetten. De heer GARRITSEN: Het cultuurbeleid wordt ernstig gehandicapt door het denken over de inhoud van het begrip "cultuur". Als je hetgeen dit be grip inhoudt als gemeente, als college, niet op een rij hebt staan is het dat is ook duidelijk moeilijk een beleid te voeren. Door het ontbre ken van een cultuurbeleid gaat men nu eigenlijk al een stap verder in die zin, dat men met een stuk accommodatiebeleid begint, maar ook dat accommoda- tiebeleid is voor zover wij het kunnen beoordelen nogal krakkemikkig en slecht. Er moet worden ge constateerd dat de verschillende accommodaties in Breda ernstige gebreken vertonen, dat wanneer wij de nota Licht op groen bekijken voor verbe tering daarvan enorme sommen geld zouden moeten worden uitgetrokken, namelijk in tien jaar tijd ongeveer 42 miljoen. Als wij daarnaast dan in aanmerking nemen wat nu voor dit doel op de begro ting is uitgetrokken dan staat als een paal boven water dat het accommodatiebeleid even slecht is als wat wij een stuk integraal cultuurbeleid zou den kunnen noemen. De schouwburg is in dit opzicht een min of meer dramatisch hoogtepunt geweest. De schouwburg moest worden gesloten, terwijl men al jaren heeft zien aankomen dat, wanneer men de schouwburg wilde behouden, daarin geïnvesteerd zou moeten worden. Wij zitten nu dan met een Theater Achterom. Op de ze manier wordt geen beleid gevoerd, maar wordt achter de slechter wordende accommodaties aan ge hold. In Breda is sprake van een stuk "cultuurden- ken" dat de naam beleid niet verdient. Met name ten aanzien van De Beyerd wreekt zich het ontbreken van een cultuurbeleid. De wet houder zal waarschijnlijk zeggen dat wij hiervoor een club hebben, die ter zake initiatieven moet aandragen, maar wij hebben hierbij mijns inziens toch ook weer te maken met het ontbreken van visie en beleid op het gebied van cultuur, waarop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 384