14 FEBRUARI 1980 387
(Middag)
met welzijn is eveneens gewerkt, op het terrein
van de permanente educatie, op het terrein van de
infrastructurele voorzieningen alsmede op het ter
rein van de decentralisatie en de rijksbijdragere
geling.
Na de periode 1975-1978 komt 1979 c.q. 1980
en dan wordt je plotseling met allerlei geluiden
uit de samenleving geconfronteerd. De schouwburg
werd in 1979 inderdaad gesloten, maar op het mo
ment waarop ik deze portefeuille in 1974 aanvaard
de wist ik dat was in 1974 dat daaraan niet
te ontkomen viel. Het was op dat moment al duide
lijk dat de schouwburg gerenoveerd zou moeten wor
den. Ik betreur het met de raad dat tussen de
sluiting en de daadwerkelijke aanpak van de reno
vatie teveel maanden zijn verstreken. Er kwamen
overigens meer signalen vanuit de samenleving: De
Beyerd functioneert niet, "Breda schaam je", de
opmerkingen van de heer Garritsen, brieven en
stukken in de krant, natte-vinger-beleid, theater
accommodatie voor eigen Bredase gezelschappen is
te gering, er wordt niet aangesloten op de behoef
te. Welnu, ik ga die geluiden niet uit de weg en
ik geloof dat ze ook goed zijn; de bevolking moet
immers zelf vorm en inhoud aan het cultuurbeleven
geven. Ik verzet mij echter volstrekt tegen een
schets van de situatie als zou het beleid gericht
zijn op rustig afwachten, op "de geluiden nemen
wel af." Het is geen kunst en ook geen cultuurbe
leid af en toe een aansprekende activiteit te or
ganiseren of te ondersteunen, het is evenmin cul
tuurbeleid noch kunst op onderdelen te accentueren
of te overbelichten. Dat zijn strovuren; het fikt
wel goed, maar het is snel uit! Voor onze stad is
het van belang dat wij een breed samengesteld pak
ket van voorzieningen krijgen, waaruit keuze kan
worden gemaakt. Dat pakket heeft kwaliteit en con
tinuïteit nodig, dat pakket zal altijd een span
ningsveld met zich dragen tussen de dynamiek en de
structuur. Cultuurbeleid voeren is mijns inziens
wezenlijk zoeken naar evenwicht. Bij het uitwerken