388 14 FEBRUARI 1980
(Middag)
van het voorwaardenbeleid is het voor mij al lang
duidelijk geworden, dat niet kan worden volstaan
met het alleen verbeteren van het bestaande. Het
voorwaardenbeleid voor de jaren '80 vraagt boven
dien om een schaalvergroting. Er zijn meer behoef
ten, de behoeften nemen niet alleen toe maar de
vraag is ook steeds meer gedifferentieerd. Die ont
wikkeling vraagt inderdaad om een accommodatienota,
om een netwerk van culturele voorzieningen. Met
één cultureel centrum kunnen wij eigenlijk niet
meer volstaan, een cultureel centrum zal juist
zijn basis moeten vinden in een geheel van cultu
rele voorzieningen dat uit deelcentra bestaat.
Dan de huisvesting. Er móet natuurlijk een
nota culturele accommodaties komen en dat móet met
een preadvies worden vastgelegd. Ik geloof dat de
door de directies van de culturele instellingen
opgestelde nota op zich wel reëel is, dat er reële
verlangens in staan, maar de heer Eissens heeft
mijns inziens terecht gesteld dat het niet reëel
is te verwachten dat het allemaal in een kort
tijdsbestek voor elkaar zal kunnen worden gebracht.
Het zal een voortdurend afwegen zijn vanuit zeer
beperkte financiële middelen en ik ben het er dan
ook mee eens dat wij de stelposten heel voorzich
tig zullen moeten gaan verdelen, dat wij priori
teiten zullen moeten stellen en heel voorzichtig
zullen moeten kiezen. Met de heer Kammeraat ben ik
van oordeel dat ook een project als de Nieuwstraat
moet wachten omdat het in de gegeven situatie zal
moeten worden ingepast.
Door de heer Kammeraat is terecht gesteld dat
de huisvesting van het museum slecht is. In de be
groting 1980 en in de meerjarenbegroting hebben
wij getracht in dit opzicht een handreiking te
doen, een handreiking die overigens volstrekt on
voldoende is om hetgeen het museum wil waar te ma
ken. Wij moeten echter beseffen dat er op dit mo
ment' al erg weinig geld is voor het in goede staat
brengen en goed onderhouden van de bestaande ac
commodaties. Er kan in dit verband worden gesproken