398 14 FEBRUARI 1980 (Middag) De heer Paquay vraagt of wij in dit opzicht een voortrekkersrol vervullen. Ik hoop eerlijk ge zegd, gezien het vele wat nog in het gemeentelijk apparaat moet gebeuren, dat wij met onze beperkte activiteiten van dit moment niet vooraan lopen, want dan ziet het er in Nederland met het perso neelsbeleid helemaal slecht uit. Daarnaast hoop ik, dat wij wel vooraan zullen komen; dat zullen wij in ieder geval proberen te bereiken. Door de heer Paquay is in het bijzonder aan dacht gevraagd voor de plaatsing van vrouwen, min der validen, jongeren en nog een aantal andere groepen. Dit is een onderwerp waarover ik nog eens met de commissie wil praten omdat het verschrikke lijk moeilijk is ten aanzien van de plaatsing pri oriteiten te bepalen. Dan komen wij er ook niet uit, maar anderzijds ben ik ervan overtuigd dat er formules te vinden moeten zijn om hieraan serieus iets te gaan doen, zowel direct binnen het eigen apparaat als indirect door het als gemeente aan zwengelen van projecten waarin met name de genoem de groepen een kans krijgen. Ik wil de discussie hierover graag verleggen ns.ar de commissie, waar wij dan eens oriënterend met elkaar over dit punt van gedachten zullen kunnen wisselen. Deelbegroting jeugd, sport en recreatie. De heer VEELENTURF: Allereerst de kwestie van de overdekte zwembaden. Breda voert onzes inziens in dit opzicht een nogal warrig beleid, wat ook min of meer historisch is gegroeid. "De Wissel slag" is het eigendom van de gemeente en wordt door de N.V. Sportfondsenbad geëxploiteerd, "De Spetter" is eigendom van de gemeente terwijl ook de exploitatie in handen van de gemeente is en het zwembad in de Vierwindenstraat is in beheer en ex ploitatie bij de N.V. Sportfondsenbad terwijl de gemeente voor de tekorten opdraait, wat ook bij "De Wisselslag" het geval is. Voorts staat een eventuele vervanging van het bad in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 398