410 14 FEBRUARI 1980
(Middag)
in het kader van het beleid bepaalde keuzen worden
gedaan.
Voorts is door de heer Garritsen nog een op
merking over een subsidieverlening gemaakt. Wij
hebben zoals hij weet de mogelijkheid aan diverse
organisaties subsidies te geven en daarover worden
afspraken gemaakt. De hele lijst wordt echter re
gelmatig bezien, er wordt dan gekeken naar het nut
van de subsidieverlening en naar het al dan niet
bereikt worden van de doelgroepen, waarbij ook de
door de heer Garritsen bedoelde subsidie onder de
loep wordt genomen. Dat gebeurt niet omdat ik mij
naar mijn achterban toe wil profileren, maar omdat
wij ook in dit vlak elke keer moeten afbakenen en
elke keer opnieuw moeten bezien welke binnen de
beperkte middelen onze mogelijkheden zijn. Ook al
zou de heer Garritsen er niet naar hebben gevraagd,
hij krijgt zijn zin: er wordt kritisch bekeken of
met deze subsidie de doelgroep wordt bereikt. Dat
geldt echter ook voor alle andere subsidies.
Deelbegroting algemene zaken.
De heer GARRITSEN: Een paar korte opmerkingen
over de afdeling voorlichting, een onderdeel van
uw portefeuille. U hebt vanmiddag gezegd dat u wat
de voorlichting over deze begroting betreft kri
tiek hebt op Indruk; overigens heb ik begrepen dat
u op meerdere uitgaven van Indruk kritiek hebt ge
had, dat het uwerzijds niet tot kritiek op de pre
sentatie van de begroting beperkt is gebleven. Los
daarvan ben ik van mening, dat de zaken waarmee
de afdeling voorlichting zich bezighoudt veel be
ter in het gehele gemeentelijke beleid moeten wor
den geïntegreerd. Nu wordt in de meeste gevallen
informatie verstrekt over reeds genomen besluiten,
daarop heeft naar ik meen het grootste gedeelte
van de uitgave betrekking, maar mijns inziens zou
de afdeling voorlichting veel vroeger moeten wor
den ingeschakeld en zou zij naar de verschillende
diensten toe ook veel betere contacten moeten