14 FEBRUARI 1980 417
(Middag)
bezwaren" zou veranderen in "toejuichen". Voorts
werd door gesteld: "Hierbij zij aangetekend dat de
inzetbaarheid minder is." Als mannen weten wij
daar naar mijn mening niets van af, maar ik zou in
dit verband willen verwijzen naar uitspraken van
op dit terrein meer deskundigen dan ik. In De Stem
van 3 januari 1980 heeft de V.V.D.-er Ed Nijpels
ook gezegd
De heer VAN ASSELDONK: Ik denk dat wij die
maar uit de partij moeten gooien!
De heer GARRITSENSamen met Geertsema!
De heer OOMEN: Hij komt uit het zuiden, uit
Bergen op Zoom, dus hij weet van wanten. Ed Nij
pels zegt over vrouwen bij de politie: "Als je
ziet hoe beheerst zij optreden moet je daar wel
respect voor krijgen. Ik denk dat ik zelf veel eer
der mijn geduld zou verliezen. Ik merkte ook dat
de vrouwelijke agenten in geweld-situaties zeer
rustgevend kunnen werken."Nu hoort u het ook eens
van een ander! Ed Nijpels is geen politieman, maar
in Den Haag zit hoofdcommissaris Peijster, die he
lemaal van wanten weet. Hij heeft ter gelegenheid
van de installatie van de vrouwen die in de mobie
le eenheid zouden gaan meewerken in de N.R.C., zo
als u weet een betrouwbare krant, het volgende ge
schreven in Den Haag werkt men overigens al tien
jaar met vrouwen bij de politie, er zijn op dit
moment 262 vrouwelijke politiefunctionarissen
"Bij de Haagse surveillancedienst, waar iedereen
na de opleiding begint, is op het ogenblik 30
vrouw. Op grond daarvan zijn wij in staat ons een
gedegen oordeel te vormen over de geschiktheid van
de vrouw voor het politievak en er kan niets anders
worden gezegd dan dat het positief uitvalt." Naar
mijn mening staan deze citaten haaks op uw opmer
king, dat de inzetbaarheid van vrouwen minder zou
zijn. Wij willen een hierop betrekking hebbende
motie indienen, die als volgt luidt: