430 14 FEBRUARI 1980
(Avond)
raadscommissies rond de meerjarenbegroting,
geconstateerd hebbende dat:
- er grote onduidelijkheid bestaat over het
karakter en de intentie van dit knelpunten-
geld,
- de discussie in de raad en commissies in
dezen nog niet is afgerond,
verzoekt het college:
- aan de raad voor te leggen op grond van
welke gegevens het college gekozen heeft
voor besteding van de 7 ton knelpuntengeld,
- deze gegevens gedetailleerd en overzichte
lijk voor te leggen aan raad en raadscom
missies,
- duidelijk te maken in welke mate er in Bre
da sprake is van achterstandsituaties op
het terrein van sociaal-cultureel werk en
maatschappelijke dienstverlening en op wel
ke wijze deze achterstand is ontstaan,
- duidelijk te maken wat het karakter (doel
uitkering of niet) en de intentie van de
uitkering van C.R.M. is,
- voor 1 mei deze gegevens aan raad en com
missies voor te leggen,
en spreekt als zijn mening uit:
- dat bovenstaande gegevens een rol kunnen
spelen bij de beantwoording van de vraag of
de sectoren die vallen onder het specifiek
welzijn in Breda in de toekomst extra mid
delen zouden moeten krijgen,