14 FEBRUARI 1980 439
(Avond)
het ander gedaan.
Over het opbouwwerk in de binnenstad hebben
wij in de commissie sociale zaken uitvoerig ge
sproken. Er is een aantal heel duidelijke knelpun
ten en mogelijk kunnen wij in de komende maanden
het opbouwwerk mede betrekken in het gehele proces
van de stadsvernieuwing, die ook in de portefeuil
le van collega Van Dun een rol speelt, zodat wij
in dat kader wellicht naar ad-hoc oplossingen kun
nen zoeken. Ik wijs u er overigens uitdrukkelijk
op dat ik het bestuur van de stichting buurt- en
wijkopbouwwerk al in een vroeg stadium heb gevraagd
met een beleidsplan te komen. Deze stichting is
daar tot nu toe nog niet in geslaagd, maar dat
ligt niet aan mijik ben soms zelfs een beetje
onfatsoenlijk geweest door te zeggen "mensen, kom
nou alsjeblieft met dat beleidsplan." Ik wil toch
mede namens de raad vasthouden aan het be
leidsplan dat in april a.s. gereed komt, om op ba
sis daarvan te bezien in hoeverre het beleid bij
gestuurd en aangevuld zal moeten worden.
Tot slot heeft de heer Hendriksen nog een
vraag over de welzijnsplanning gesteld. Ik zal het
hele verhaal dat ik nog in mijn hoofd heb op dit
ogenblik niet vertellen. De heer Hendriksen heeft
uitdrukkelijk gewezen op de aandacht, die van de
zijde van college en ambtenaren zou moeten worden
besteed aan het inschakelen van commissies en raad.
De informatieve bijeenkomsten die wij de afgelopen
maanden hebben gehouden zijn niet zo'n groot suc
ces geweest; de zeer beperkte deelname is door mij
bijzonder betreurd en ook de wel aanwezige raads
leden vonden dit jammer. Wij zullen hier inderdaad
speciale aandacht aan moeten besteden en met el
kaar het al eerder door mij genoemde leerproces
moeten aangaan, teneinde ons de planning ook poli
tiek eigen te maken. Ik wil het hierbij laten.