14 FEBRUARI 1980 471 (Avond) van het sociaal plan niet mogen leiden tot nieuwe teleurstellingen. Het proces moet opnieuw nauwkeu rig worden bezien op de organisatie en vooral ook op de financiën. Nogmaals wil ik hier de suggestie doen die wij al ettelijke malen hebben ingebracht, om het geheel van de stadsvernieuwing te laten be geleiden door een raadscommissie stadsvernieuwing. Eventueel zou zo'n raadscommissie aangevuld kunnen worden met deskundige burger-leden. De ambtelijke organisatie zal waarschijnlijk versterkt moeten worden en ook is het nodig meer portefeuilles bij het geheel te betrekken. Stadsvernieuwing zou tot een zwaartepunt in het beleid verklaard moeten wor den en er zal vanuit de gemeentelijke financiële middelen meer moeten worden bijgelegd. Wat de fi nanciële kant betreft wil ik u wijzen op de stad Tilburg, waar specifiek de onroerend-goedbelasting is verhoogd ten bate van de stadsvernieuwing. De heer TEN WOLDE: Als mevrouw Muntjewerff de situatie in Tilburg aanhaalt, moet zij ook het ge hele pakket laten zien. Het is onder andere bekend dat daar geen herinrichtingspremie wordt verstrekt omdat Tilburg heeft gekozen voor de prioriteit van stadsvernieuwing, waarna mogelijk als er nog ruim te is naar de herinrichtingspremie kan worden ge keken. Mevrouw Muntjewerff vraagt twee dingen te gelijk, waarbij zij het gunstige voorbeeld van Tilburg wél aanhaalt en de rest niet! Ik vind dit een onjuiste voorstelling van zaken in de richting van het publiek Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Wij zijn hier in Breda en wij maken onze eigen keuzes. De heer TEN WOLDE: Ik vind het wel zo eerlijk als u dan ook beide voorbeelden noemt. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Goed, u hebt gelijk. Ik heb ook in mijn verhaal aangegeven dat wij daarom gekozen hebben voor een optrekking met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 471