14 FEBRUARI 1980 475
(Avond)
stukje onduidelijkheid bij de burgers over de
vraag, waarbij zij inspraak krijgen en hoe ver die
inspraak gaat. Duidelijk zal moeten worden gemaakt
aan de burgers wanneer, waar, door wie en in welke
mate zal kunnen worden ingesproken en in dit ver
band zou ik de wethouder willen vragen wat hij
vindt van een inspraakverordening voor ruimtelijke
ordeningszaken. Ik begrijp dat motie nr. 3 van het
C.D.A. aangaande het eventueel aan te leggen bos
eigenlijk ook een soort inspraakmotie is. Die mo
tie is wat merkwaardig geconstrueerd; er staat dat
men constateert dat het aanleggen van een bos een
redelijke zaak is en vervolgens geeft men het col
lege in overweging daarover in overleg te treden.
Ik maak daaruit op dat in de motie in feite om in
spraak wordt gevraagd en dat vind ik op zichzelf
een goede zaak; het is alleen wat incidenteel.
Waarom wil men nu juist met betrekking tot de aan
leg van een bos inspraak hebben terwijl men er bij
andere aangelegenheden helemaal niet over wil pra
ten? Ik zou er bij het C.D.A. voor willen pleiten
de gehele inspraak gewoon veel breder te zien.
Het volgende onderwerp is de rondwegenproble-
matiek. De standpunten daarover zijn bekend en de
wethouder heeft zich vanmiddag blijkbaar nogal
scherp uitgesproken over met name de alternatieven.
Ik vind wel dat wij er voor moeten oppassen dat de
discussie niet al te emotioneel wordt en dat wij
ook moeten waken voor verstarring. Naar mijn me
ning moeten we zakelijk blijven discussiëren, moe
ten we de alternatieven grondig bestuderen en die
nen wij met argumenten duidelijk te maken waarom
deze wel of niet een goede oplossing bieden voor
de rondwegenproblematiekIk heb begrepen dat de
wethouder heeft toegezegd dat hij met een notitie
zal komen en het doet mij genoegen dat de zaak be
hoorlijk wordt onderbouwd. Niettemin zal het dui
delijk zijn dat de P.v.d.A. vooralsnog geen reden
ziet om van het ingenomen standpunt af te wijken.
De fractie zal de door de C.D.A.-fractie ingedien
de motie zeker steunen.