476 14 FEBRUARI 1980 (Avond) Het laatste punt betreft de fietsvoorzienin gen. De P.v.d.A. is al heel lang van mening dat wij als overheid moeten stimuleren dat burgers voor hun reizen de fiets in plaats van de auto ne men. De redenen daarvan zullen duidelijk zijn: het vervoer per fiets levert geen lawaai-overlast en geen luchtvervuiling op, is ruimtebesparend en is ook veiliger in die zin dat fietsers geen mensen doodrijden. Fietsers zijn zelf echter wel zeer kwetsbaar in het verkeer. Nu besef ik dat wij het verkeer nooit helemaal veilig zullen kunnen maken, maar dat ontslaat ons niet van de verplichting om de knelpunten voor de fietsers zoveel mogelijk op te heffen. Dat kost geld, vandaar dat wij in onze motie verzoeken middelen voor het fietsverkeer vrij te maken. Wij vinden het jammer dat in het in vesteringsschema de expliciete post voor fiets- voorzieningen is weggenomen. Er wordt weliswaar bij gezegd dat de fietsvoorzieningen in andere posten zijn opgenomen, maar ik vind dat wij ddt nu juist niet moeten doen. Wij moeten niet gaan schui ven maar we moeten het geld dat wij aan fietsvoor zieningen besteden uitbreiden, vandaar dat ik u de volgende motie wil voorleggen: "De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 14 februari 1980, gelezen de voorstellen van het college van B W met betrekking tot de begroting 1980 en de meerjarenbegroting 1981-1983, overwegende dat:. - het vervoer per fiets niet leidt tot milieu- overlast, nauwelijks ruimte vraagt en de gezondheid van de meeste gebruikers bevor dert, van mening zijnde:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 476