14 FEBRUARI 1980 483
(Avond)
november heeft er al een bijeenkomst met de diver
se comités plaatsgevonden teneinde over de kwestie
van de herinrichtingspremie te spreken, alsmede
over de eis van de bewoners om die premie op te
trekken. Daar heb ik reeds gezegd dat ik aan mijn
fractie zou voorstellen dat ik de aangelegenheid
bij de begrotingsbehandeling zou aankaarten.
De heer GARRITSEN: Er heeft een vrij goede
voorbereiding binnen de commissies plaatsgevonden
en over een aantal punten is nogal uitputtend ge
sproken. Daarom wil ik op dit moment slechts op
enkele hoofdpunten ingaan. De oplossing voor de
woningnood dat proef je in de raad en van de
zijde van het college -- moet in wezen komen van
de nota volkshuisvesting; tot dan heb ik de indruk
dat men min of meer verlamd is en eigenlijk niets
kan doen aan het ontwikkelen van een beleid in dit
opzicht. Het wachten is op de nota en dan zal het
gaan gebeuren
Uit de woorden van de P.v.d.A.-fractie en
zelfs van de wethouder zoals ik die in de krant
las blijkt echter dat men niet zoveel behoefte
aan die nota heeft omdat men eigenlijk wel weet
wat er gedaan en gebouwd moet worden. Ik denk dat
het inderdaad zo is. Mijns inziens moeten wij aan
het grote knelpunt het aantal goedkope woningen
dat wij hier in Breda hebben aandacht besteden.
Ik denk dan met name aan het aantal goedkope huur
woningen en dan heb ik het toch weer over de wo
ningwetsector. Een belangrijk punt is de nieuwbouw
van woningwetwoningen. Met de bekende discussie
over de 30 komen wij er in Breda niet uit en ik
denk dat wij ver over die 30 heen zullen moeten,
gezien de lange lijst van ingeschreven woningzoe
kenden. Als ik die 30 afzet tegen de 1.200 wo
ningen van het C.D.A. verkiezingsprogramma en als
ik uitreken hoeveel woningen er dan in het kader
van de Woningwet gerealiseerd zouden moeten zijn,
zie ik dat er eigenlijk als wij het C.D.A.-pro
gramma serieus nemen maar zo'n 11 aan