490 14 FEBRUARI 1980 (Avond) enigermate gehandicapt, in de eerste plaats door het ondanks de beperkte behandeling toch onstel- lende aantal vragen, in de tweede plaats door de korte tijd die terecht voor de beantwoording is uitgetrokken en in de derde plaats omdat wij bij collegiale afspraak in overleg met de fractievoor zitters hebben afgesproken niet over ingediende moties te praten. Dat geeft toch wel een stukje onvrede en ik kan me voorstellen dat dit ook bij anderen buiten de raad zo overkomt. Het is mij dus niet mogelijk standpunten van het college te ver tolken met betrekking tot herinrichtingspremie, Haagse Beemden, bossen, Rijksweg 58, fietspaden en allerlei andere zaken die in moties vastliggen. Ik hoop dat men daarvoor begrip heeft. De heer CRUL: Van onze kant bestaat er geen bezwaar tegen dat u een persoonlijke visie geeft. Wethouder VAN DUN: Dat kan ik mij heel goed voorstellen, maar ik had het over een collegiale afspraak en dat is de heer Crul waarschijnlijk ontgaan Ik kom dan toe aan een fragmentarische beant woording in de richting van de raad naar aanlei ding van de gestelde vragen. Mevrouw Van Rooij heeft gesproken over de nota volkshuisvesting. Wij hebben daar de afgelopen tijd over gediscussieerd tegen de achtergrond van trefwoorden als huizen nodig, bouwen voor laagstbetaalden en instandhou ding woningbezit, punten die in de betogen van ve le sprekers terugkomen. Ik heb persoonlijk het idee dat de nota volkshuisvesting een enorm belang rijk gedeelte is van het programakkoord dat wij tussen drie partijen hebben gesloten. Binnen het gemeentelijk apparaat wordt de totstandkoming van deze nota als een zeer hoge prioriteit beleefd. De heer Garritsen moet mij geen verkeerde woorden in de mond leggen, want ik heb vanmiddag één- en an dermaal gezegd dat de nota volkshuisvesting het woningnoodprobleem niet oplost. Een administratief

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 490